terça-feira, fevereiro 28, 2006

 

Veldwerk

De week is vandaag begonnen om 7:00, Tessa wordt opgehaald door Corry, die hier toch langs komt op weg van haar huis naar de faculteit. Prima, als je baas je haalt en brengt. Hoezo hiërarchische samenleving?

Het is weer vroeg heet vandaag. Ik doe zo vroeg mogelijk boodschappen op de markt, en ga meteen langs de telefoonmaatschappij om te kijken of het contract voor de vaste telefoonlijn al klaar is. Noppes.

De hitte begint zijn tol te eisen, en hier en daar komen wat vreemde gedachten op. Na een altijd verfrissende cola ga ik aan het echte werk: de tuin. We hebben besloten dat er groente gekweekt gaat worden in een deel van de tuin, en heel de tuin is net voor onze verhuizing ingeplant met graspolletjes. In de toekomstige moestuin moet het gras weggehaald worden, en ik vind dat ik dat moet gebruiken om de grasdichtheid van het toekomstige badmintonveld te verhogen. Ja toch?

De totale operatie houdt in dat ik heb besloten om het gras sprietje voor sprietje met een keukenmes uit de harde droge bodem te steken. De uitgestoken sprietjes doe ik één voor één in een emmertje water. Vijf meter verderop steek ik met een stok op regelmatige afstand gaatjes in de grond, waar ik het gras dan sprietje voor sprietje in plant.

Ik sluit af door het zojuist ingeplante gedeelte ritueel met de tuinslang te begieten en een goede groei te wensen.

Na enige oefening doe ik op deze manier ongeveer een m2 in een half uur. In totaal moet ik zo’n 25 m2 gras verplaatsen. Ik werk onder de intense belangstelling van de empregada (huishoudster) van de buren, die het natuurlijk niet helemaal snapt: een blanke op zijn knieën in de tuin, die hard werkt, maar waarvoor?

Als Tessa thuiskomt na een dag hard academisch werk is er weinig begrip voor nut en noodzaak van mijn activiteit. Ik heb weer een paar nieuwe blaren op mijn handen, heb een eerste bed wortels ingezaaid, en heb de basis gelegd voor een dichtbegroeid badmintoncourt. Maar er knaagt iets. Hoewel ik in NL altijd heb gedroomd van het “buitenleven”, een beetje rommelen in de tuin etcetera, is het toch moeilijk om de onrust te bedwingen: ben ik hier niet te slim voor, te hoog opgeleid, te duur, verknal ik niet mijn toekomst in NL als ik na 1,5 zulke jaren terugkom? Ik geloof wel dat ik dit leven leuk kan gaan vinden, maar hoe leg je aan anderen uit dat je dit leuk vindt? Of misschien is het toch een beetje karig, grasspieten verplaatsen. Hitte, twijfel.


sexta-feira, fevereiro 24, 2006

 

En doorverhuizen!

Nampula, Mozamique

Afgelopen zaterdag zijn we verhuisd naar ons definitieve huis! We geven een korte rondleiding.




Er staan een twee stevige bomen aan de Avenida das Forças Populares de Libertação de Moçambique, kortweg FPLM, het vroegere marxistische bevrijdingsleger. Daarachter wonen wij op nummer zeventien. Het woongebouw bestaat uit een benedenwoning en (onze) bovenwoning. De tuin rond het huis is in tweeën gedeeld, wij hebben de linkerhelft. Het huis is eigendom van een Mozambikaanse vrouw die met haar Australische man in Australië woont. Het huis is ontegenzeggelijk groen.




Onder ons zullen binnenkort Indianos komen wonen, Mozambikanen van Indiase afkomst, die hier de naam hebben rijk en meedogenloos te zijn. Volgens onze huisbazin hebben de toekomstige onderburen wat maffiose trekjes. In ieder geval hebben ze ontelbaar veel personeel, dat al dagenlang bezig is alles in orde te brengen voor het hoge bezoek.

Wat op de foto’s waarschijnlijk opvalt daar in Europa zijn de overvloedige hekken. We wonen eigenlijk in een kooi. Dat went zo snel dat we er al niks meer van merken, alleen als we foto’s nemen zitten die hekken steeds in de weg. Wij zijn heel rijk, en zonder hekken zouden we snel minimaal een illusie armer zijn, dus we lopen netjes de hele dag sloten open en dicht te doen. Of dat veel helpt is de vraag, want de dag na onze verhuizing is de deur van onze vorige flat ingetrapt, die toch ook goed op slot zat. Gelukkig waren onze spullen er toen al weg.






Verder leuk aan het nieuwe huis is de eigen watertoren, die je nodig hebt omdat de gemeente maar enkele uren per dag voldoende waterdruk levert om het water ook echt te laten stromen. Bovendien hebben we een heuse boiler, en kunnen dus warm douchen en afwassen. Onze empregado kende dat niet, dus dat deed even pijn aan zijn handen.

Achter het huis een flinke tuin. De volgende opties bestaan: badminton-veld, groentetuin, kippenhok, schildpaddenparadijs, wasdroogpunt. We zullen zien wat er van de wilde plannen komt.

Het huis zelf heeft een woonkamer, 3 slaapkamers, een woonkeuken, een badkamer en een soort veranda. Plus garage en 2 kamers (meer hokken eigenlijk) voor het personeel. Verder wordt het leven veraangenaamd door 3 mooie plafondventilatoren en 2 ar condicionados.

Binnen blijft het redelijk koel, de huizen zijn over het algemeen zwaar gebouwd. Bovendien heb je voor de meeste ramen een overstek, dus er valt nauwelijks zon binnen.






Als je goed zoekt op de kaart is er een rode stippellijn te zien. Dat is ongeveer het stenen gedeelte van de stad, en is niet groot voor een stad van 200.000 inwoners. We kunnen lopen naar de Shoprite (supermarkt), de rest moet je eigenlijk toch wel met de fiets of chapa (busje) doen. Maar dat is meer omdat het heet is dan omdat het ver is.

We hebben nu een mooie uitvalsbasis, en kunnen ons leventje hier een beetje gaan opbouwen. Vamos ver.

domingo, fevereiro 12, 2006

 

Blij

Nampula, Mozambique

Een jongentje van 12 met een massieve hardhouten deur op zijn hoofd volgt zijn broertje die 6 stoelen op zijn kroeskop balanceert. Daar achteraan een man met een mand met schildpadden en een vrouw met allerlei lappen stof. Om 7:00 volgen we deze eindeloze stoet en worden zo naar de wekelijkse markt geloodst. Afgelopen nacht heeft het geregend, dus het is nog lekker fris.

We gaan voor het eerst naar deze markt, waar geen eten verkocht wordt, maar vooral kleding. Dit zijn de spullen die jullie elk jaar aan het Rode Kruis geven, inderdaad! Daarnaast is er gereedschap, zelfgelaste barbecues, hardhouten meubels, radio’s, sierraden. Het is een regionale markt, en dus best groot.

We dwalen wat rond. De kleding is ofwel het gebruikte spul uit het westen, ofwel nieuw spul van slechte kwaliteit (vaak made in China). Grappig genoeg is het tweedehands spul uit het westen vaak duurder, want beter.

Van de kleding krijgen we allebei nog niet zo’n kooplust. Leuker zijn de handgemaakte meubels en sieraden, meestal van zwaar donker hout. Maar we laten alles nog even staan tot we een definitief huis hebben. Op de terugweg van de markt naar huis komen we langs de houtsnijders die achter het museum een soort openlucht-atelier hebben. Ze hebben er ook een leuk winkeltje met een flinke collectie houtsnijwerk. We kunnen het niet laten alvast één beeldje te kopen, een weldoorvoed echtpaar waar we onszelf waarschijnlijk in zien.

Terug in onze flat zijn we bekaf. De koelte is allang weer voorbij, dus we druipen weer van het zweet. We zijn nog lang niet uitgepuft als Roos en Camiel bellen of we zin hebben om te gaan fietsen. “Ja natuurlijk” bluffen we. Ik op mijn Chinese barrel, Tessa op de fiets van Corry, Camiel en Roos op hun lekkere aluminium TREK fietsen met Shimano afmontage, en Floris op net zo’n barrel als ik.

Gelukkig is het bewolkt, maar natuurlijk nog steeds warm en vochtig. We rijden de weg op richting Angoche, een kustplaats 180 km verderop. Het is de eerste keer dat we de stad uitrijden en het is meteen geweldig. De mensen lachen hier veel meer dan in de stad. Het landschap is prachtig met een dieprode zandweg, loodgrijze regenlucht en overal de KPN-groene bomen. In de verte zien we bergen in de vreemdste vormen steil uit een vlakke horizon oprijzen. Dicht langs de weg staan bomenhoge termietenburchten (?).

Ik word er enthousiast van, en dan breekt mijn ketting. Gelukkig is er 100 meter verder een fietsenmaker. Er storten zich 5 pubers op mijn fiets, gewapend met een hamer, een spijker en een moer als onderlegger. Snel zijn ze niet, maar ik sta toch te kijken dat het lukt om met dit gereedschap de ketting te repareren.

Nog wat wantrouwig trap ik de eerste meters weg van de fietsenmaker. Maar als alles heel blijft rijden we fanatiek de donkere horizon tegemoet. Het was van tevoren duidelijk dat we niet droog zouden blijven. Thuis kunnen we niet douchen, dus is het niet zo erg om een goeie regenbui mee te pakken.

Als het hier regent gaan alle kranen ook open. We doen een lullige poging om onder een boom te schuilen. Gelukkig begrijpt de bewoner van de hut naast de boom de geste, en biedt ons meteen een schuilplaats onder het afdak van zijn hut aan. Niet dat het daar veel droger blijft, maar het is wel goed voor het Afrika-gevoel.





Daar zit je dan, op je hurken onder een rieten dak dat zo lek is als een zeef. Piepende kuikentjes spelen tussen de wielen van onze fietsen. Een buurman komt aanlopen en begint in gebroken Engels te bedelen. Eerst om geld om wijn te kopen. Als hij merkt dat we dat niet zo’n nobel doel vinden, zegt hij ook nog 2 kinderen te hebben die doodziek zijn. We geloven er niet veel meer van en maken ons er met een paar grappen vanaf.

Als de ergste regen over is laten we wat bananen en koekjes achter en beginnen we aan de terugweg. Het is nu rustig op de weg, iedereen die niet per se verder moet is gaan schuilen. Alleen de mannen met enorme balen houtskool achter op de fiets haasten zich verder richting stad.

In het voorbijrijden lijkt mijn fietsenmaker zelf ook wat verbaasd dat ik nog steeds fiets, en hij kan een trotse lach niet onderdrukken. Onder de rode modder komen we weer in de stad aan. Ik heb voor het eerst iets echt leuk gevonden hier, en dat geeft de burger moed.

sábado, fevereiro 11, 2006

 

Koop een wortel of neem een hond

Nampula, Mozambique

Dat was even een behoorlijke domper – althans, voor mij, Pieter was iets negatiever ingesteld en minder teleurgesteld. Juist nadat hij de foto van ons toekomstige stekkie op het weblog had geplaatst kreeg ik een sms-je van onze toekomstige huisbaas dat het feest niet doorging. Kennelijk hadden we toch te veel ‘Westerse’ eisen gesteld en dan is daar nog de grote concurrentie tussen de ‘Westerlingen’. Dat is volgens mij namelijk de enige reden waarom de huizenprijzen hier zo belachelijk hoog zijn.

Een Portugees zou het huis gaan huren en meer betalen, bovendien nam hij zijn eigen spullen (zoals koelkast, gasfornuis e.d.) zelf mee waardoor de dikke ‘dono’ nog minder moet uitgeven…Helaas draait ook hier alles om het geld…

Zodra het slechte nieuws tot me doorgedrongen was ben ik toch maar meteen weer aan de slag gegaan, we hebben vanaf nu 3 ‘makelaars’ aan het werk gezet, namelijk Radja, sr. Tovela en Tanga Tanga (moest meteen aan onze hond denken)! Met sr. Tovela hadden we gisteren ochtend op een neutrale plek afgesproken zodat hij ons zou leren kennen en meteen te weten komt wat onze wensen zijn. Geen woorden maar daden, dacht hij, en dus zijn we meteen met z’n drieën 3 huizen gaan bekijken. Twee van de huizen waren ‘muito luxoso’ met huurprijzen boven de 800$ per maand! Voor het derde gifgroene huis – onze favoriet – lag de prijs bij 700$, maar we zijn in onderhandeling…

Het huis is van een Mozambikaanse dona (huisbaas), iets ouder dan Pieter, die met een Australiër – ook Peter genaamd – getrouwd is. Zij leek heel sympathiek, haar man hebben we nog niet leren kennen. Als alles goed gaat sturen ze ons dit weekend nog het huurcontract op, zodat we kunnen kijken of we akkoord gaan.

Het mooie is wel dat dit eigenlijk het beste huis is wat we tot nu toe hebben gezien! Nog beter dan het eerste huis, maar wel iets kleiner. De woonverdieping ligt op de eerste verdieping en naast een woonkamer en een woonkeuken zijn er nog drie slaapkamers en een badkamer. Het huis heeft stromend water en zelfs een boiler, dus we kunnen warm douchen (een luxe hier! – al moet ik zeggen dat ik de warme douche tot nu toe nog niet gemist heb bij die hitte hier). Verder hebben we een grote garage (voor de auto die er niet is) en een ontzettend grote achtertuin met een verblijf voor de empregado. Er staan ontzettend grote bomen in maar er is ook ruimte genoeg om bananenbomen etc. te planten. Jullie merken het al – ik zie ons daar natuurlijk al wonen en toch geloven we het pas als we er echt inzitten!

Op straat wordt je als “witte” vrijwel constant achtervolgd door verkopers, sjouwers, schoonmakers, schoenenpoetsers, wortelverkopers en mensen die op een andere manier op je vermeende geld uitzijn. Maar op de terugweg van onze huizentoer werden we vergezeld door een mislukte Duitse herder (die behoorlijk liep te zweten want zijn tong hing bijna op de grond). Hij volgde ons overal naartoe, zelf naar de ‘Shoprite’ (de AH van Zuid-Afrika). O cão não pode entrar, zei de bewaker met een strenge blik waarop ik antwoorde: Não é o nosso cão, o cão sempre está à seguir-nos, não sei porqué! Dus hij bleef ons volgen toen we langs de schappen liepen en dat was voor de bewaker ineens dan ook geen enkel probleem meer! Toen we de winkel uitliepen waren we hem eindelijk kwijt (kennelijk vond hij het toch best lekker koel daar in die winkel, met al dat hondevoer!).


quarta-feira, fevereiro 08, 2006

 

Verhuisbericht

Nampula, Mozambique

We zijn dit weekend verhuisd, eindelijk weg uit de “Cave”, zoals onze vorige woning op de universiteit bekend staat. Sinds vrijdag ben ik zwaar verkouden. Creatief van mezelf, bij zo’n hitte. De week ervoor heb ik elke nacht bezweet liggen slapen voor de enthousiast aangeschafte ventilator, maar daar word je ook in Mozambique ziek van.

Vrijdagnacht lig ik dus te ijlen, en dan duurt zo’n korte nacht best lang. Zaterdag zijn we door Roos en Camiel rondgeleid langs alle winkeltjes die je moet kennen om aan je boodschappen te komen, en dat zijn er heel wat! Superhandig dat we niet zelf alles moeten uitvinden. Aan het einde van de tour zit ik er echt helemaal doorheen, want nog steeds niet lekker, en parkeert Camiel me in hun huis op het logeerbed. Ik ben zelden zo blij geweest met een schoon bed, en voel me voor het eerst in een week weer een beetje beter.

Ondertussen gaan Tessa, Roos en Albertina (de Mozambikaanse vriendin van Maarten, staat op de eerdere zwemfoto uit Pemba) naar een huis kijken. Ze kunnen met de hulp van Albertina goed onderhandelen met de eigenaar, dus we kunnen het huis waarschijnlijk over 2 weken in, voor 500 dollar in de maand. We zijn heel happy, want we werden gek van ons vorige huis.

Om de tijd tot de verhuizing te overbruggen kunnen we nu tijdelijk in de flat van Albertina wonen, wat ook al een verademing is in vergelijking met de “Cave” waar we tot nu toe in zaten. Het is hier schoner, groter, lichter, koeler en droger.. Hoewel dat laatste dan weer komt doordat er geen stromend water is. Maar dat is ook nergens voor nodig.

Nu dus de eerste nacht in deze flat gehad, natuurlijk word ik wakker van een kakkerlak die vriendelijk over mijn hand loopt. We waren even vergeten dat kakkerlakken hier bij (ver)huizen horen. Nu begint het te wennen.

sexta-feira, fevereiro 03, 2006

 

Handen uit de mouwen

Nampula, Mozambique

Mijn eerste echte werkweek duurde maar 4 dagen – vandaag is het vrijdag en een “feriado” (dia dos heroes, de dag waarop Eduardo Mondlane werd vermoord), tijd om bij te komen, dus. En dat is wel nodig, want we zijn allebei erg moe en hebben weinig energie. We hebben sinds onze aankomst in Mozambique natuurlijk ook behoorlijk veel gereisd, bovendien moeten we aan het klimaat wennen (en aan zo veel meer). Af en toe is het even op je tanden bijten….maar goed, dat wisten we en een dipje hoort er bij.

Deze week hebben we samen met Radja – een Mozambikaanse makelaar die ons helpt met het vinden van een huis – vier huizen bezocht, helaas niet helemaal onze smaak. Althans, het lijkt ons toch wel fijn om een beetje privacy te hebben (zonder 15 familieleden in je achtertuin te hebben wonen) en een buitenplek zou ook niet verkeerd zijn, we zitten tenslotte in een warm land. Vandaag zouden we weer met hem afspreken. Helaas kwam hij steeds niet opdagen, ook iets waar we nog aan moeten wennen. Maar we geven de hoop niet op: Morgen hebben we met de eigenaar van het huis afgesproken dat we een week geleden met Roos (een NL collega die bij de onderwijskunde-faculteit werkt) hebben bekeken. Misschien kunnen we dan wel knopen doorhakken…

Het werk op de faculteit bevalt tot nu toe goed. Natuurlijk is het af en toe nog een beetje wennen aan al dat Portugees, maar dat komt wel. Ik zit samen met Maarten (mijn voorganger) die hier nog 2 maanden blijft, Geert – een Nederlander die met een Mozambikaanse is getrouwd en part-time bij de rechtenfaculteit werkt – en Felix, een Mozambikaanse collega die de taken van Maarten gaat overnemen op een kamer. Het is een hele fijne ruimte met veel ramen en 2 plafondventilatoren, de computer is ook geïnstalleerd, nu nog een fijne bureaustoel om RSI te voorkomen….

Ik heb al een college bijgewoond en een onderwijsgroep bekeken…helaas kwam beide malen de docent niet opdagen en moest op korte termijn vervanging worden geregeld. Dat komt hier wel vaker voor – je moet dus wel kunnen improviseren.

Gisteren ben ik samen met onze NL rector Cornelia en Silvia en Gerrit van ICCO naar een tribunal in een van de bairros (huttenwijken) geweest. Het overgrote deel van de stadsbevolking woont hier. De meeste bairros hebben ook een tribunal waar alle geschillen die zich in de wijk voordoen worden beslecht. Niet te vergelijken met wat wij onder een rechtbank verstaan!

We stappen uit de auto en worden verwelkomd door zes rechters, die door de bewoners van de bairro plenair zijn gekozen en benoemd. Zij hebben geen rechten gestudeerd, hun primaire taak om tussen de partijen te bemiddelen zodat deze tot een oplossing van het geschil komen. Komen ze er niet uit, dan wordt de zaak doorverwezen naar de “formele” rechtbank in de stad.

De rechtenfaculteit heeft een project met zes tribunais. Ze worden regelmatig door studenten bezocht, voor hen is het vaak de eerste keer dat zij in een huttenwijk komen. De samenwerking blijkt voor beide kanten heel nuttig omdat zij veel van elkaar kunnen leren.

De meeste zaken die door het tribunal worden beslecht gaan over onderwerpen als scheiding, erfrecht en geschillen over grond. Erg frustrerend om van de juizes (rechters) te horen dat de vrouw vaak het onderspit delft, sterker nog, mensonwaardig wordt behandeld. Als een vrouw bijvoorbeeld weduwe wordt is zij volgens Mozambikaans recht de erfgenaam. In de realiteit gebeurt het vaak dat haar alles wordt ontnomen (ook de kinderen) door de broers van haar man. De armoede is zo groot dat vaak zelfs haar kinderen met hun ooms samenspannen en de moeder in de steek laten (of zij wordt om het leven gebracht…niemand die er zich druk om maakt).

Behalve het geslacht speelt ook de politiek een grote rol bij de tribunais. Felix vertelde me dat het vrijwel nooit voorkomt dat iemand van de oppositiepartij Renamo een geschil wint. De studenten proberen om hun kennis over het formele Mozambikaanse recht aan de juizes door te geven en kunnen hopelijk een steentje bijdragen tot het verbeteren van de situatie…

This page is powered by Blogger. Isn't yours?