quarta-feira, maio 10, 2006

 

Senhor Tieter en Senhor Bier

Nampula, Mozambique

De mensen hier zijn slecht te verstaan doordat ze Portugees spreken. Tegelijkertijd zijn wij natuurlijk ook slecht te verstaan doordat we maar heel beperkt Portugees spreken. En dan heb ik ook nog zo'n lastige naam!




terça-feira, maio 09, 2006

 

Dia da Rainha

Dinsdag 9 mei, Koninginnedag in Nampula.

De van oudsher vrij grote Nederlandse club in Nampula viert elk jaar de Koninginnedag. Dit jaar wat later, maar het gebeurde wel. Ik was precies op tijd terug uit Maputo om dinsdagavond aan te schuiven bij deze prettige viering. Ook de ambassadeur en de tweede man van de ambassade waren er voor uit Maputo gekomen. De inbreng vanuit Nampula bestond uit de enige echte Nederlandse consul hier, Charles voor intimi. Dit jaar was er geen haring, maar wel bitterballen en kaas.

We hebben het Mozambikaanse volkslied meegemompeld met een bandje, daarna met iets minder gene een coupletje Wilhelmus gezongen. Daarna heeft de Gouvernador van de provincie Nampula een toespraakje gehouden, en kon er weer verder geborreld worden.

Ik vond het wel chic, die uitnodiging in het Portugees.

 

Geen oord ter wereld meer ons waard!

Nampula, Mozambqiue

Maandag 1 mei, hier een vrije dag, vertrok ik met het vliegtuig naar Quelimane, een soort klein New Orleans van Mozambique. Het ligt aan de monding van de enorme Zambezi-delta, een schitterend moerasgebied dat met de auto bijna niet toegankelijk is. In Zambezia gaat WE Consult net beginnen aan een nieuw project, vergelijkbaar met wat we in de provincie Nampula doen, het in kaart brengen van bestaande waterputten en de grenzen van de dorpjes.

Ik ontmoette Sjaak Dieleman daar, die voor WE Consult in Uganda werkt, maar een weekje ingevlogen was om de datastructuur in de computer op te zetten. Sjaak had een onvervalst Zeeuws accent, en bleek uit Wissekerke te komen, dat op peddelafstand van Haamstede ligt. Toen we ’s avonds op een terrasje in Quelimane zaten hoorden we iemand noch veel platter Zeeuws praten. Ongelofelijk, maar daar zat Okke uit Kortgene aan een biertje. “Zeeuwen binne net onkruud, me groeije overal” wist Sjaak me te vertellen.

OK, in Quelimane heb ik geprobeerd van drie verschillende databases één te maken, wat vooralsnog niet gelukt is, maar ik blijf proberen… Verder heb ik in ieder geval de collega’s die daar het veldwerk gaan doen leren kennen. En we hebben geprobeerd een auto te kopen. Dat lukte daar niet, dus dat heeft Arjen een paar dagen later in de hoofdstad Maputo gedaan. Dertienduizend dollar voor een Toyota Hilux van 10 jaar oud, dat is hier echt heel goedkoop, de vraagprijs was 21 duizend.

Na een paar dagen Quelimane gingen Arjen, Sjaak en ik door naar Maputo, waar de hoofdvestiging van WE Consult zit. Klinkt heel heftig, maar het is allemaal nog piepjong en pril. Eigenlijk draait het hele bedrijf op Arjen. Sinds een paar maanden heeft hij vier Mozambikaanse geologen in dienst, die enthousiast zijn, hard werken, maar nog geen ervaring hebben. Daarnaast nog Tohny en Carla, die het kantoor bemannen, telefoon en administratie doen etc. Maar Arjen stuurt alles zelf aan, inclusief mij in Nampula. Dat heeft hij nu in een week aan mij over proberen te dragen. Hij zit een maand in Spanje om te trouwen, en wij mogen met z’n allen, en ik vooral, proberen om de zaak overeind te houden.

Het is overal ter wereld moeilijk voor startende bedrijfjes om de cashflow op orde te houden. Maar hier is het doodnormaal dat een opdrachtgever 9 maanden te laat betaalt, en dan geen kinderachtige bedragen. (Hm, ken ik dat niet van het COA?). Geld lenen van de bank is ook geen optie, want je betaalt hier zo 20% rente. Dus investeren is voorlopig niet mogelijk, elke cent die binnenkomt is gisteren al weer uitgegeven.

Je moet er aan wennen dat je in oude auto’s rijdt die continu kapot gaan, dat je 2 keer per week naar de bank gaat om daar weer een klein beetje geld op te halen nadat je een uur in de rij staat, en dat je collega’s steeds terecht vragen waar hun geld nou blijft. Dus daar wen je dan aan, maar het geld komt altijd later.

We hebben een heel mooi kantoor in Maputo, een oud appartement met hoge plafonds, mooie houten vloer en in een mooie wijk (natuurlijk, wel wat achterstallig onderhoud, maar mooi betekent hier eigenlijk dat het ooit mooi is geweest). Op zondag heb ik de stad nog een beetje verkend. Het was er uitgestorben, niet alleen omdat het zondag was, maar ook omdat het hier nu ijskoud is voor de Mozambiekers hier (ca. 22 graden is ook niet heet meer).

De gebouwen zijn ouder dan bij ons in Nampula en hebben dus meer charme. De sfeer is ietsje onvriendelijker, ik had het gevoel dat het wat minder veilig was. Natuurlijk is het veel groter, en met heel veel meer auto’s, zelfs met files, die had ik al uit mijn geheugen verdrongen. Verder een boulevard (die heel bescheiden Marginal heet), een haven, en een heus klassiek lunapark midden in de stad (als in Kopenhagen). Daar heb ik een paar potjes gepoold met Tohny. Verloren.

Op een gegeven moment zitten we op een sfeervol plekje op het strand te eten. Het is sfeervol, bijna te sfeervol zou je zeggen. Ik zie een volle maan voor me uit de zee komen, en achter hangt een halfvolle maan boven de stad te schijnen. Een beetje overdone dus. Blijkt dat er een film wordt opgenomen met Leonardo de Caprio, en het schijnt dat zijn looks het beste uitkomen bij het licht van een halfvolle maan, dus die hebben ze gebouwd, op een vlot gezet en voor de kust van Maputo laten dobberen met een flinke bouwlamp erop.

De laatste dagen, als Arjen weg is naar Spanje, slaap ik op kantoor. De collega’s zijn zo ijverig dat ze zelfs het hele weekend doorwerken, dus ik ben niet eenzaam daar. ’s Nachts houd de keiharde muziek van de overbuurman me gezelschap. Hij viert zijn verlof van zijn werk als gastarbeider in Zuid-Afrika met wat zelfgestookte drank, terwijl hij de vier of vijf CD-singeltjes die hij heeft keihard door de straat laat schallen en een paar stevig gedrogeerde buurmeisjes en jongens wankelend voor de boxen op straat staan te wiegen.

Dit was de eerste keer in mijn leven dat ik blij was toen de stroom uitviel, precies toen ik wilde gaan slapen om 24:00. Helaas had meneer een generator, zodat zijn muziek na een paar minuten weer doordreunde, terwijl ik bij kaarslicht mijn tanden stond te poetsen. Dat zijn zo de charmes van Mozambique.

Op dinsdag neem ik het vliegtuig terug naar Nampula. Deze vlucht maakt altijd de nodige tussenlandingen, in Beira en Quelimane. Dat maakt het vliegen leuker, want er gaat niks boven opstijgen maar vooral landen met LAM of Air Corridor!!! Thuis in Nampula zie ik Tessa eindelijk weer eens. Na een half jaar elke dag op elkaars lip te hebben gezeten hebben we nu 2 weken solo achter de rug, wat we helemaal ontwend zijn.

Tessa heeft het huis verder getotalremakeovered. Het is nu behalve handig ingericht en opgeruimd ook nog gezellig geworden. Ik blijf voorlopig weer even thuis denk ik!

This page is powered by Blogger. Isn't yours?