domingo, junho 25, 2006

 

Raamvertellingen

Ilha de Mozambqiue, Mozambique

Ver in mijn geheugen begraven liggen herinneringen aan 2 VWO, waar we bij literatuur het begrip raamvertellingen kregen. Tegenwoordig Google ik dan even om mijn geheugen wat op te frissen:

Een raamvertelling is een verhaal dat de omlijsting vormt voor een aantal verschillende vertellingen en dat die vertellingen samenbindt.

In ieder geval: we hebben dit weekend Ilha de Mozambique verblijd met een bezoek. Voor Tessa de tweede, voor mij de eerste keer. Waanzinnig wat je daar voorgeschoteld krijgt: de eerste koloniale gebouwen van Afrika op een eilandje van 3 kilometer lang, van de nodige charme voorzien door de tand des tijds, maar nog niet kapotgerestaureerd tot toeristentruttigheid. Een soort stripverhaal van een stuk wereldgeschiedenis.

25 Juni is onafhankelijkheidsdag in Mozambique. Een mooie dag voor een Nederlander voor een toevallig bezoekje aan het verlaten Portugese fort op Ilha de Mozambique, bedacht ik achteraf.

Op een kop van het eiland rust het Portugese fort uit van zijn verdienstelijke rol in de geschiedenis. Als we er heen lopen komen we langs een Portugees zwembad uit de 20e eeuw. Een idioot gezicht, want de portugezen bouwden hier in hun fascistische periode nogal protserig, vaak een zwaar aangezette en wat mislukte imitatie van de Romeinse stijl. Het zwembad is daardoor een verwarrende moderne ruïne geworden, want de classisitische kolommen die in stukken op de grond liggen zijn van beton. Van de duikplank hebben ze geen classisitisch voorbeeld kunnen vinden, dus die is modernistisch gevormd. Maar het ligt oneerlijk mooi, direct aan de oceaankust. Je kunt je goed voorstellen hoe hier de portugese officieren aan hun port zaten te sippen.

Als we het fort binnenlopen haakt een jongen van een jaar of 18 bij ons aan, en begint ons als vanzelfsprekend te gidsen. Hij laat zien wat er over is van de statige woning van de Governador. Van hieruit is Mozambique eeuwenlang beheerst door de Portugezen.

Nederlandse oorlogvloten hebben in de zestiende eeuw twee keer geprobeerd de macht van de Portugezen over te nemen door het eiland te bezetten en het fort te belegeren. We lopen over de meer dan tien meter hoge vestingmuren, die werden gebouwd met ballaststenen uit de Portugese schepen. Deze muren waren te hoog en te sterk voor de Nederlanders, en waren zo bepalend voor de strijd tussen de zeemachten van toen. Onze gids wijst naar beneden: de lichtblauwe zee is zangado (woedend) vandaag, vis vangen hoef je niet te proberen nu. Ja, tenzij je een net gebruikt, zoals de vissers in een klein bootje in de verte. Het Portugese kanon naast ons wijst precies naar het bootje dat hij bedoelt.

Even verderop zien we de sporen van een oude stenen pier in de zee, toegankelijk vanuit de kerkers van het fort. Wat maar weinig mensen weten, maar onze gids wel, is dat hier vele duizenden slaven op transport zijn gezet naar Brazilië. Vanuit het fotogenieke kapelletje had je niet alleen een prachtig uitzicht op de vertrekkende slavenschepen, maar ook op de plaats waar de gevangenen na 6 maanden onderaardse gevangenschap werden gefusilleerd. Een muur met zes schutgaten, een plaats voor een pelotonleider, en een steen waarop de gevangene geboeid moest staan. Als iedereen misschoot was je vrij. Zo niet, dan werd je lichaam ter plekke van de rotsen in zee gegooid.

We dolen verder, en zien vrouwen met de hier overbekende gele jerrycans water op hun hoofd uit een smal gangetje komen. Onze gids brengt ons naar de kelder waar ze vandaan komen: een groot gewelf waar het regenwater in opgevangen wordt, en waar vrijwel altijd een reservevoorraad water voor de bevolking van het eiland in staat. De vrouwen lopen een steil stenen trapje op met 20 liter water op hun hoofd. Later zullen we buiten het fort de ene na de andere kapotte waterpomp tegenkomen. Leuk om te weten: vanuit mijn project zouden er 50 waterpompen op het eiland gebouwd moeten worden, maar mijn collega's zijn 2 maanden geleden van het eiland weggejaagd door de bevolking. Ze zouden cholera (een watergerelateerde ziekte) verspreiden. Zucht.

Het hotel waar wij slapen, Escondidinho, is het mooiste hotel dat ik ken en wordt gerund door een Frans stel. Het heeft maar een kamer of 7, maar wel een zwembad, een heerlijke tuin en heel attent Mozambikaans personeel. Ter ere van onafhankelijkheidsdag is het een afgrijselijke herrie ’s avonds, en de avond duurt lang.

We ontvluchten de decibels bij het hotel, want de 16e eeuwse strijd tussen Portugal en Nederland krijgt vanavond een vervolg tijdens het WK voetbal. We kijken in een net geopend heel hip kroegje van een Engels of Zuid-Afrikaans dametje van een jaar of 60. Waarschijnlijk is zij als aantrekkelijke avonturierster op kroeggaande leeftijd begonnen om op deze idyllische plek een cafeetje te beginnen, en heeft zij dankzij de gebruikelijke bureaucratische rompslomp en corruptie gisteren de deuren kunnen openen. Maar voor ons is het al lang best, wij kunnen WK kijken op een beamer op Ilha de Mozambique, wie zegt ons dat na?

Mozambique heeft genoeg reden om Portugal niet al te dankbaar te zijn, maar vreemd genoeg valt het hier nogal mee met de afkeer van de vroegere kolonisator. Zeker op voetbalgebied is men nog steeds loyaal. Tes en ik zitten dan ook wat verloren ah en oei te roepen bij de ontelbare kansen die Nederland verspeelt. Bij het enige Portugese doelpunt zakt een te veel bodybuildende Portugees krakend door een nagelnieuw krukje dat meer gemaakt lijkt voor de ondervoede eilandbewoners. Ook nu winnen we het net niet van de Portugezen. We druipen af naar ons geweldig hotel, waar we met de rest van het eiland stil worden.

This page is powered by Blogger. Isn't yours?