segunda-feira, novembro 21, 2005

 

Lisboa, Lisboa...

30 Oktober is het zo ver! We vertrekken naar Lissabon voor een 3 weken durende talencursus Portugees. Als we in Lisboa aankomen is het meteen raak...de taxichauffeur is blijkbaar niet al te bekend in Lissabon, het kost hem namelijk nogal moeite om ons appartement te vinden, en ons nogal wat pieken...

De talencursus wordt gegeven door het CIDAC, een klein instituut met een prettig anti-koloniaal sfeertje. We krijgen met z'n tweeen les van een docent, dus het is behoorlijk intensief.

's Middags hebben we bijna elke dag nog wel een uurtje tijd om de stad te verkennen, en dat is de moeite waard: Castelo, Elevadores, haven, Oceanium, glaasjes port, het is allemaal niet vervelend. Na 3 weken intensieve lessen is het aan ons om de afscheidstoespraak te houden - maar we komen terug- zondag, 8 januari zijn we er weer! Muito obrigado Marisa, Manuela, Paolo e Maria!

domingo, novembro 20, 2005

 

Portugal


Vooral door de verhalen van onze docenten bij het CIDAC hebben we een aardig beeld gekregen van het moderne Portugal. Een land waar uiterlijk vertoon behoorlijk telt (Mercedes, Audi en BMW), maar bijna iedereen moeite heeft de eindjes aan elkaar te knopen.


Hoewel ik denk dat Nederland ook aardig in die richting is opgeschoven, zijn er nog wel verschillen. Het is hier in Portugal heel normaal dat je werkt ver onder je opleidingsniveau, je huis tijdelijk verhuurt aan Nederlandse cursisten en zelf bij vrienden gaat wonen, probeert wat zakgeld te verdienen door visitekaartjes te maken op je printer thuis. Of Portugees gaat doceren in Oost-Timor omdat dat de enige baan is die je kunt krijgen.

De mensen zijn dus bereid meer te doen om te overleven, en zijn daarin ook wat creatiever. Een gezegde is hier “Ons land is klein, maar ons improvisatievermogen niet”. We hebben in ieder geval een heel leuke kennismaking door de mensen van het CIDAC. Maar eerlijk gezegd begint de cultuurshock hier al, en niet pas in Mozambique.

sábado, novembro 19, 2005

 

Lissabon, de eerste keer

Op het laatste moment besloot ons vliegtuig gewoon te landen naast onze flat, en niet erin. Maar qua bouwstijl lijkt onze nieuwe woonomgeving wel veel op de Bijlmer. Vreemd genoeg staat onze wijk, Telheiras, bekend als poepchic.

Wij maar denken dat Portugal een arm land was dat bijna wel gedwongen was haar arme koloniën uit te wringen. Niets is minder waar. Er rijden hier meer Mercedessen rond dan in Duitsland. De Jappen zullen jaloers zijn op de blitse telefoontjes hier. Het kan iets te maken hebben met geld van de EU ofzo. Maar het lijkt wel lekker te lopen in Portugal, of in ieder geval in Lissabon.

Nadat we onze spullen gedumpt hebben in de Bijlheiras zijn we meteen maar even in het toeristisch centrum gaan ronddolen. Veel leuke kleine straatjes. Overal liggen en hangen de vissen klaar om gegeten te worden. Bouwkundig is er sprake van enig achterstallig onderhoud (44080), dus het ziet er best charmant uit allemaal.

De cursus Portugees is pittig. We hebben per dag 5 uur les, met z’n tweeën bij 1 lerares. Vooral de uitspraak lijkt onnodig ingewikkeld. Maar na een week ben je daar aan gewend en begin je zowaar wat te snappen.

Het cursusinstituut CIDAC is van een kaliber dat bijna uitgestorven is. Het bevindt zich in een dure straat die uitkomt op het Parque Gulbenkian, in een oud krakend pand, met stoffige vloerbedekking, vooroorlogse Duitse projectieschermen van het merk “Reflecta” aan de muur, kasten vol boeken die zurig ruiken en nooit meer open zullen gaan. Het CIDAC wordt gerund door Maria, een elegante dertigster, die op miraculeuze wijze is gestopt met roken, griezelig goed Engels spreekt en de touwtjes stevig in handen heeft. Zij is samen met één taaldocent de enige vaste werkneemster. Verder wordt het CIDAC bevolkt door een zwerm docentes die allemaal even bijzonder als freelance zijn.

Manuela is waarschijnlijk in de zestig, gekleed in een joggingbroek. Ze is geboren in Mozambique, en je kunt zien dat ze de zon van heel dichtbij heeft bekeken. Haar moeder kwam uit Portugal, de familie van haar vader woonde al enkele generaties in Mozambique. Waarschijnlijk heeft ze een interessante geschiedenis, want ze praat er niet makkelijk over. Desgevraagd zegt ze dat ze vroeger een “typische kolonistendochter” was. Nu lijkt ze vooral gedesillusioneerd en hard.

Marisa is een jonge dertigster met een universitaire opleiding Portugees en Engels, voor wie het free-lance werken bij CIDAC de meest serieuze baan tot nu toe is. Tussen de regels door geeft zij regelmatig haar visie op de Portugese maatschappij, waar ze zelf niet al te vrolijk van wordt. Ze wil verhuizen naar een land waar alles goed geregeld is, en denkt daarbij aan Nederland. Voorlopig laten we haar maar in de waan.

Paulo, een van de weinige mannen die werken voor het CIDAC, verschijnt dagelijks gehuld in een verse tabaksgeur en een legerbroek. Hij is nogal politiek bewust en geeft veel hints over de manier waarop het fascistisch systeem in Portugal vroeger werkte. Door hem realiseer ik me dat het fascisme hier nog maar 30 jaar weg is, en dat we in Nederland langzaam aan politiek onbenullig worden.

We lunchen elke dag in de novemberzon, in het park rondom het Gulbenkian Museum. Dat museum is gesticht door een vaag figuur waar een mooi verhaal aan vast zit. Steekwoorden wapenhandel, oost-europa, 2e wereldoorlog, vlucht, asiel in fascistisch Portugal. Wel een mooi park geworden.
In de weekenden hebben we tijd om de omgeving te verkennen. Tessa zit hier in de haven van Cascais, waar de wrakkige vissersboten naast decadenta drugsjachten liggen.










Verder hebben we Sintra gezien, een buitenplaats met een paar aardige paleizen. De 2 wulpse schoorstenen zijn analoog aan de kwaliteit van het eten in Portugal.

This page is powered by Blogger. Isn't yours?