sábado, março 25, 2006

 

Buurtjes

Nampula, Mozambique

Onze buren zijn weesjes. We gaan op bezoek in het weeshuis waar ruim honderd baby’s, peuters en kleuters een kans op herstel wordt gegeven. Het weeshuis bestaat uit een paar goed verzorgde blauwe gebouwen, met een binnenplaats ertussen. Het ligt 50 meter naast ons huis aan dezelfde straat, en is van de straat afgeschermd door een hoog hek. Voor het hek staan dagelijks drommen mensen te wachten, met baby’s in doeken op hun rug.

Corry, Tessa’s directeur, heeft ons uitgenodigd om eens kennis te gaan maken met de kinderen en de zusters die hen verzorgen. Met zijn drieën stappen we om vier uur het hek binnen en maken kennis met een zuster uit Bangladesh. Ze vertelt dat het grootste probleem hier de ondervoeding van de kinderen is, waardoor ze niet groeien en geen weerstand tegen ziektes hebben.

Het weeshuis wordt gerund door 5 zusters van de orde van moeder Teresa, geloof ik. Het schijnt een vrij grote internationale orde te zijn, die in elk land met dezelfde formule werken. Om in de weeshuizen te kunnen werken moeten de zusters verplicht Engels leren en over het algemeen wisselen zij om de drie jaar van plek. De zuster uit Bangladesh die wij ontmoeten had voordat zij naar Nampula kwam in Zuid-Afrika gewerkt. Daarnaast zijn de zusters ook verpleegkundigen – zodat zij in staat zijn om eerste hulp te verlenen aan hun “zorgenkindjes” mocht het nodig zijn.

Er worden veel kinderen door hun familie naar het weeshuis gebracht. Lang niet alle kinderen zijn weesjes. Vaak leven de ouders nog wel, maar kunnen het kind niet meer verzorgen door hun armoede. Of de moeder wordt ziek en kan geen borstvoeding meer geven.

Er zijn strakke regels voor de opname van kinderen: minimaal 1 familielid moet wekelijks het kind op blijven zoeken, en zodra het kind naar een dokter of ziekenhuis moet, moet er een familielid mee gaan. Op die manier wordt voorkomen dat het kind losraakt van de familie. Zodra de kinderen weer wat aangesterkt zijn kunnen ze zo weer vrij makkelijk terug naar hun eigen plekje.

Als er een kind arriveert dat er slechter aan toe is dan het gezondste kind in het weeshuis, wordt de gezondste weer bij de familie ondergebracht, en wordt de nieuwe tobber opgenomen.

Nadat de zuster ons op de binnenplaats een beetje bijgepraat heeft, gaan we naar de kamer met de allerkleinsten. Er staan zo’n 50 kleine stalen bedjes waar ongeveer 50 frisgewassen babys liggen. Ze zijn rustig als we binnenkomen, maar beginnen al snel te blèren als ze die witte reuzen ontdekt hebben. Ik weet me niet zo goed houding te geven, want zo’n held ben ik niet met baby’s. En dan in het Portugees!

Ik kietel een paar baby’s in het Portugees. Al snel ga ik dan verder in het Nederlands. Van die ene minuut zullen ze geen pedagogische schade lijden. Veel kinderen zijn heel slap en stil, ik denk omdat ze ondervoed of ziek zijn. Twee liggen er heel hard te zweten, ik hoop dat het geen malaria is. Een derde jongetje is echt vel over been, heel treurig om te zien, zijn gezichtje is ingevallen en zonder uitdrukking. Gelukkig zijn anderen er veel beter aan toe, en er ligger ook best een paar lekkere lobbessen bij. Sommigen hebben meer spatjes, en grijnzen of krijsen en huilen gewoon. Als we alle bedjes langs zijn gelopen is het een hels kabaal, en de zuster trekt ons de kamer uit om de rust er weer in te krijgen.

We lopen door een paar andere ruimtes met kleine bankjes, langs de keuken weer naar buiten. Het is een van de schoonste en netste gebouwen die ik in Mozambique gezien heb. Je ziet hier dat er “mensen met een missie” aan het werk zijn.

Buiten gaan we op een overdekte binnenplaats zitten. Er zitten nog een paar volwassenen met een baby op de arm. Meestal een oom of tante die hun neefje of nichtje op komen zoeken.

Nadat zij fris gewassen zijn en een volle buik hebben komt een grote groep kinderen tussen de 2 en 8 jaar naar buiten lopen en in een grote kring zitten. Iedereen kijkt ons met hele grote ogen aan en probeert onze aandacht te trekken. Ik (Tessa) heb meteen drie kleine jongetjes aan mijn benen hangen. Ook schrobben zij met hun kleine handjes over mijn arm – zeker om te kijken of ik af geef…Ongeveer de helft van de kinderen zit rustig en helemaal rechtop op een bankje – ja – zij worden goed opgevoed door de zusters, daar kunnen sommige Nederlandse moeders nog wat van leren! De andere helft loopt te zingen en een spelletje te doen – daarbij kunnen zij hun ogen niet van ons afhouden - zij vinden ons wel interessant, geloof ik.

Plotseling komt er een klein meisje onze kant op – volkomen ondervoed en zij lijkt misschien 4 jaar, terwijl zijn eigenlijk 7 of 8 jaar is. Haar armpjes en beentjes zijn ontzettend dun – echt vel over been. Zij is nog maar net in het weeshuis en gelukkig gaat het wel de goed kant op zegt de zuster omdat zij inmiddels wel vaak trek heeft en dus ook regelmatig eet. Nu – na etenstijd - zit zij ook heel langzaam een broodje te eten, heel langzaam worden er kleine stukjes vanaf geplukt…

Na een uur is het kinderbedtijd en zit ons bezoek er weer op. Wij wonen er maar 80 meter vandaan en besluiten vanaf nu wat vaker langs te gaan… soms, als wij buiten zitten horen we de geluiden van de spelende (wees)kinderen. Zij hebben het goed bij de zusters, daarvan zijn wij overtuigd – maar een beetje steun kan nooit kwaad...

quarta-feira, março 01, 2006

 

Tweeverdieners

We zijn nu meer dan aan maand in Mozambique, en het begint een beetje te wennen. Het grote verschil met Europa is dat je leven hier veel minder stabiel is. Het ene moment heb je het helemaal voor elkaar, en dan ligt opeens alles in duigen. Of andersom. Verzet daartegen heeft geen zin, je moet meebuigen of barsten.

Rond etenstijd ’s avonds is bij ons altijd een wat lastige tijd. We zijn allebei moe (jullie weten nu waarom) en hongerig, want het eten is altijd later klaar dan je zou willen. We proberen onze suikerspiegel meestal wat op te peppen met een cola, de nationale drank hier. Als we er dan toe komen om de dag door te nemen komt het meestal wel weer goed.

Gisteravond belde Arjen rond deze tijd. We hebben hem een paar weken geleden ontmoet op een borrel van het consulaat. Hij had gehoord dat we verhuisd waren, vroeg zich af of we al een beetje gesetteld waren, en wilde graag vandaag met ons lunchen.

Gezien de kwaliteit van de restaurants vraag ik hem om bij ons thuis te komen lunchen. Ik heb flink wat verse groente en fruit ingekocht voor een gezonde lunch. Daarvan blijkt de helft rot te zijn als ik het opensnijd. Als ik de groente dan wil wassen blijkt er geen water uit de kraan te komen. Pomp kapot, gaat lekker zo. Als Arjen over het hek springt met een joviaal “He, hoe gaat het!” weet Tessa niet meer uit te brengen dan een bedremmeld “Jah, de pomp is kapot”, waar we dan wel weer om kunnen lachen.

Tijdens de ananas (hoofdgerecht) komt hij al snel terzake: hij zoekt iemand als versterking voor "zijn" bedrijf WE-consult in hydro-geologie (grondwateronderzoek), en dacht daarbij aan mij. Ik ben dolblij, want ik heb niet alleen iets te doen, maar het is nog leuk ook! Ik kan deze maand beginnen met inwerken, en ga volgende maand als het goed gaat full-time aan de slag.

Het klinkt nogal fantastisch. Hij verzamelt in opdracht van de overheid, en betaald door NGO’s, informatie over bevolkingsdichtheid (=waterbehoefte) en de reeds aanwezige waterputten. Daar maakt hij kaarten van op een mooi computersysteem. De zo geordende informatie wordt gebruikt om de meest geschikte locaties te kiezen voor het slaan van nieuwe waterputten.

Wettelijk is vastgelegd dat iedere inwoner recht heeft op een goedgekeurde, werkende waterput binnen 500 meter van zijn huis. Voor de eerste gebieden die Arjen heeft onderzocht blijkt dat ca. 5 % van de bevolking inderdaad binnen 500 m van zo’n put woont. De overheidseis wordt over het algemeen als niet zo realistisch gezien, en dat is nu ook te staven met feiten.
In de praktijk betekent dit dat ik af en toe het veld in moet om informatie te verzamelen, en af en toe op kantoor achter de computer zit. Dit is beter dan ik had durven dromen! ’s Avonds als Tessa weer thuis komt van haar werk genieten we bij een glas witte wijn nog maar even van de meevaller. Het thuisfront is ook erg blij met het goede nieuws. Maar het blijft Afrika, you never know…

This page is powered by Blogger. Isn't yours?