domingo, fevereiro 12, 2006

 

Blij

Nampula, Mozambique

Een jongentje van 12 met een massieve hardhouten deur op zijn hoofd volgt zijn broertje die 6 stoelen op zijn kroeskop balanceert. Daar achteraan een man met een mand met schildpadden en een vrouw met allerlei lappen stof. Om 7:00 volgen we deze eindeloze stoet en worden zo naar de wekelijkse markt geloodst. Afgelopen nacht heeft het geregend, dus het is nog lekker fris.

We gaan voor het eerst naar deze markt, waar geen eten verkocht wordt, maar vooral kleding. Dit zijn de spullen die jullie elk jaar aan het Rode Kruis geven, inderdaad! Daarnaast is er gereedschap, zelfgelaste barbecues, hardhouten meubels, radio’s, sierraden. Het is een regionale markt, en dus best groot.

We dwalen wat rond. De kleding is ofwel het gebruikte spul uit het westen, ofwel nieuw spul van slechte kwaliteit (vaak made in China). Grappig genoeg is het tweedehands spul uit het westen vaak duurder, want beter.

Van de kleding krijgen we allebei nog niet zo’n kooplust. Leuker zijn de handgemaakte meubels en sieraden, meestal van zwaar donker hout. Maar we laten alles nog even staan tot we een definitief huis hebben. Op de terugweg van de markt naar huis komen we langs de houtsnijders die achter het museum een soort openlucht-atelier hebben. Ze hebben er ook een leuk winkeltje met een flinke collectie houtsnijwerk. We kunnen het niet laten alvast één beeldje te kopen, een weldoorvoed echtpaar waar we onszelf waarschijnlijk in zien.

Terug in onze flat zijn we bekaf. De koelte is allang weer voorbij, dus we druipen weer van het zweet. We zijn nog lang niet uitgepuft als Roos en Camiel bellen of we zin hebben om te gaan fietsen. “Ja natuurlijk” bluffen we. Ik op mijn Chinese barrel, Tessa op de fiets van Corry, Camiel en Roos op hun lekkere aluminium TREK fietsen met Shimano afmontage, en Floris op net zo’n barrel als ik.

Gelukkig is het bewolkt, maar natuurlijk nog steeds warm en vochtig. We rijden de weg op richting Angoche, een kustplaats 180 km verderop. Het is de eerste keer dat we de stad uitrijden en het is meteen geweldig. De mensen lachen hier veel meer dan in de stad. Het landschap is prachtig met een dieprode zandweg, loodgrijze regenlucht en overal de KPN-groene bomen. In de verte zien we bergen in de vreemdste vormen steil uit een vlakke horizon oprijzen. Dicht langs de weg staan bomenhoge termietenburchten (?).

Ik word er enthousiast van, en dan breekt mijn ketting. Gelukkig is er 100 meter verder een fietsenmaker. Er storten zich 5 pubers op mijn fiets, gewapend met een hamer, een spijker en een moer als onderlegger. Snel zijn ze niet, maar ik sta toch te kijken dat het lukt om met dit gereedschap de ketting te repareren.

Nog wat wantrouwig trap ik de eerste meters weg van de fietsenmaker. Maar als alles heel blijft rijden we fanatiek de donkere horizon tegemoet. Het was van tevoren duidelijk dat we niet droog zouden blijven. Thuis kunnen we niet douchen, dus is het niet zo erg om een goeie regenbui mee te pakken.

Als het hier regent gaan alle kranen ook open. We doen een lullige poging om onder een boom te schuilen. Gelukkig begrijpt de bewoner van de hut naast de boom de geste, en biedt ons meteen een schuilplaats onder het afdak van zijn hut aan. Niet dat het daar veel droger blijft, maar het is wel goed voor het Afrika-gevoel.





Daar zit je dan, op je hurken onder een rieten dak dat zo lek is als een zeef. Piepende kuikentjes spelen tussen de wielen van onze fietsen. Een buurman komt aanlopen en begint in gebroken Engels te bedelen. Eerst om geld om wijn te kopen. Als hij merkt dat we dat niet zo’n nobel doel vinden, zegt hij ook nog 2 kinderen te hebben die doodziek zijn. We geloven er niet veel meer van en maken ons er met een paar grappen vanaf.

Als de ergste regen over is laten we wat bananen en koekjes achter en beginnen we aan de terugweg. Het is nu rustig op de weg, iedereen die niet per se verder moet is gaan schuilen. Alleen de mannen met enorme balen houtskool achter op de fiets haasten zich verder richting stad.

In het voorbijrijden lijkt mijn fietsenmaker zelf ook wat verbaasd dat ik nog steeds fiets, en hij kan een trotse lach niet onderdrukken. Onder de rode modder komen we weer in de stad aan. Ik heb voor het eerst iets echt leuk gevonden hier, en dat geeft de burger moed.

Comments:
Mooi verhaal! En mooie fotoos ook op flickr. Ik ben al heel erg benieuwd naar de fotoos van jullie nieuwe groene huis! Echt fijn dat jullie daar inmiddels wonen, met stromend water en een plafond ventilator! Luxe! xxxx Marjolein
 
Enviar um comentário



<< Home

This page is powered by Blogger. Isn't yours?