segunda-feira, janeiro 30, 2006
Ingebroken!
Nampula, Mozambique
Gisteren kreeg de dag nog een leuke uitsmijter. Als we van het vliegveld thuiskomen krijgen we onze huisdeur niet open. Het slot is stevig met een hamer bewerkt door een inbreker. Bovendien is de guarda (bewaker die bij vrijwel elk huis staat als een soort van werkverschaffing) er niet, terwijl die tot nu toe elke avond braaf bij het hek ging staan als het donker werd.
Uiteindelijk krijgen we het slot toch open, maar dicht gaat het niet meer. Wij iedereen bellen die we kennen hier, om een nieuw slot te regelen. Maarten (Tessa’s voorganger) komt gelukkig snel met een slot aanzetten dat hij nog op de markt kon kopen. De deur gaat weer op slot, wij gaan nog even uit eten, alwaar wij een sterk verhaal aan Frans vertellen over deze snelle bijna-inbraak.
De volgende morgen vroeg volgt de ontknoping. De inbreker is de conciërge van de universiteit. Hij wilde ons huis in om de waterpomp uit te kunnen schakelen, die ik bij vertrek op vrijdagochtend aan heb laten staan, en die langzaam maar zeker het huis van onze bovenbuurvrouw in een zwembad veranderde. Een mooie actie van ir. Geene!
Omdat het systeem met de watertank op het dak en de waterpomp hier doodnormaal is, komt het nogal knullig over als je daar een fout mee maakt. Bovendien weet zo ongeveer heel Nampula van de vermeende inbraakpoging, dus we gaan lekker af. Maargoed, al doende leert men. En ik blijf het natuurlijk een bagger-systeem vinden: als er geen water meer uit je kraan komt, zet je je pomp aan, die de tank op het dak volpompt. En als je de pomp vergeet uit te zetten krijgen je bovenburen zwemles…
Overdag bekijken we 2 leegstaande huizen via een tussenpersoon. Dat is 1x helemaal niks en 1x matig. Wel met mooie avocadobomen in de tuin. Nog nooit gezien die dingen, lijken net perenbomen. We zoeken nog even verder.
’s Avonds bezoeken we nog een borreltje in het Hotel Girassol, georganiseerd door het consulaat, waar bijna alle Nederlanders (circa 30) in Nampula en omstreken op af komen. Beetje bijpraten over de kansen op werk voor mij hier, maar heel makkelijk zal dat wel niet gaan worden. Tijdens de borrel bellen pa en ma op. Ik loop naar buiten, vanuit de gekoelde zaal de warmte in. Voor mijn gevoel loop ik dus juist naar binnen, want zo was dat toch in Nederland?
Leuk om pa en ma weer te horen. We praten wel een kwartier. Terwijl ik in de tropische avond op de rand van het dakterras leun met uitzicht op de kathedraal en het plein ervoor, vertel ik ze hoe het gaat. We hebben best veel gebaald de afgelopen week. Maar als ik terugdenk aan wat we nu al beleefd en gezien hebben, en ik bekijk de foto’s, dan is het echt niet zo rot allemaal.
Gisteren kreeg de dag nog een leuke uitsmijter. Als we van het vliegveld thuiskomen krijgen we onze huisdeur niet open. Het slot is stevig met een hamer bewerkt door een inbreker. Bovendien is de guarda (bewaker die bij vrijwel elk huis staat als een soort van werkverschaffing) er niet, terwijl die tot nu toe elke avond braaf bij het hek ging staan als het donker werd.
Uiteindelijk krijgen we het slot toch open, maar dicht gaat het niet meer. Wij iedereen bellen die we kennen hier, om een nieuw slot te regelen. Maarten (Tessa’s voorganger) komt gelukkig snel met een slot aanzetten dat hij nog op de markt kon kopen. De deur gaat weer op slot, wij gaan nog even uit eten, alwaar wij een sterk verhaal aan Frans vertellen over deze snelle bijna-inbraak.
De volgende morgen vroeg volgt de ontknoping. De inbreker is de conciërge van de universiteit. Hij wilde ons huis in om de waterpomp uit te kunnen schakelen, die ik bij vertrek op vrijdagochtend aan heb laten staan, en die langzaam maar zeker het huis van onze bovenbuurvrouw in een zwembad veranderde. Een mooie actie van ir. Geene!
Omdat het systeem met de watertank op het dak en de waterpomp hier doodnormaal is, komt het nogal knullig over als je daar een fout mee maakt. Bovendien weet zo ongeveer heel Nampula van de vermeende inbraakpoging, dus we gaan lekker af. Maargoed, al doende leert men. En ik blijf het natuurlijk een bagger-systeem vinden: als er geen water meer uit je kraan komt, zet je je pomp aan, die de tank op het dak volpompt. En als je de pomp vergeet uit te zetten krijgen je bovenburen zwemles…
Overdag bekijken we 2 leegstaande huizen via een tussenpersoon. Dat is 1x helemaal niks en 1x matig. Wel met mooie avocadobomen in de tuin. Nog nooit gezien die dingen, lijken net perenbomen. We zoeken nog even verder.
’s Avonds bezoeken we nog een borreltje in het Hotel Girassol, georganiseerd door het consulaat, waar bijna alle Nederlanders (circa 30) in Nampula en omstreken op af komen. Beetje bijpraten over de kansen op werk voor mij hier, maar heel makkelijk zal dat wel niet gaan worden. Tijdens de borrel bellen pa en ma op. Ik loop naar buiten, vanuit de gekoelde zaal de warmte in. Voor mijn gevoel loop ik dus juist naar binnen, want zo was dat toch in Nederland?
Leuk om pa en ma weer te horen. We praten wel een kwartier. Terwijl ik in de tropische avond op de rand van het dakterras leun met uitzicht op de kathedraal en het plein ervoor, vertel ik ze hoe het gaat. We hebben best veel gebaald de afgelopen week. Maar als ik terugdenk aan wat we nu al beleefd en gezien hebben, en ik bekijk de foto’s, dan is het echt niet zo rot allemaal.